By Ina Keuper

Dr. Anna Aalten deed bovengenoemde uitspraak bij de opening van het symposium ‘Het Lichaam’ dat op vrijdag 9 september 2016 plaatsvond om haar overstap als universitair hoofddocent bij de afdeling Antropologie naar de afdeling Sociologie bij de Universiteit van Amsterdam (UvA) te markeren. Omdat Anna in het verleden een belangrijke rol heeft gespeeld in LOVA en deze uitspraak mij trof wil ik die graag delen met de leden van LOVA. Uit de openingstoespraak en de lezingen op het symposium bleek dat Anna niet alleen antropoloog zal blijven ondanks haar vertrek van de afdeling Antropologie, maar ook nog steeds zeer betrokken is bij het feminisme. Ik zou haar uitspraak daarom willen aanvullen met de leuze: eens een feminist altijd een feminist, ex-feministen bestaan niet.

Anna Aalten was vanaf de oprichting in 1979 ruim twee decennia actief in LOVA. LOVA vormde in het begin een platform van ‘vrouwengroepen antropologie’ gevormd door studentes en enkele docentes bij diverse universiteiten in Nederland. Daar komt ook de naam van LOVA vandaan: Landelijk Overleg Vrouwenstudies in de Antropologie. In de beginjaren werd drie keer per jaar beurtelings bij een andere universiteit een studiedag georganiseerd om nieuwe ideeën en inzichten over vrouwenstudies en feministische antropologie uit te wisselen. Anna was destijds bij de UvA aangesteld als student-assistent voor onderwijs in vrouwenstudies bij de antropologieopleiding, terwijl ik toen in 1980 eenzelfde taakopdracht kreeg als tijdelijk docent bij de afdeling antropologie bij de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Nadat vrouwen/genderstudies en feministische antropologie in de loop van de jaren tachtig van de vorige eeuw een iets meer gevestigde plek kregen in de studieprogramma’s ging LOVA bijna ter ziele. Anna heeft toen samen met anderen in het midden van de jaren negentig de organisatie nieuw leven ingeblazen door de vereniging LOVA op te richten, compleet met statuten bij een notaris. Vele jaren lang heeft Anna de functie van penningmeester in het bestuur van de vereniging vervuld. Het huidige LOVA heeft veel te danken aan de inzet van Anna en de andere vrouwen die destijds het belang van een landelijk netwerk voor genderstudies en feministische antropologie onderkenden.

Al voordat LOVA was opgericht had Anna al haar belangstelling voor antropologie en het feminisme ingezet in haar studie antropologie, die ze in 1973 aan de UvA was begonnen. Samen met een groep medestudentes organiseerde ze diverse acties om vrouwenstudies en feministische antropologie in het onderwijsprogramma opgenomen te krijgen. In 1977 publiceerde ze samen met andere groepsleden het boek ‘Vrouw in zicht’, een van de eerste publicaties op het gebied van vrouwenstudies in de antropologie in Nederland. Na haar afstuderen had Anna aanstellingen bij de Universiteit Leiden en de VU, maar in 1988 keerde ze terug naar de UvA als universitair docent voor het ‘opzetten en verzorgen van algemeen antropologisch onderwijs en van specifiek thematische cursussen op het terrein van feministische antropologie’. In de bijna dertig jaar nadien heeft ze cursussen gegeven voor vele generaties studenten in de antropologie aan de UvA. Niet alleen op het gebied van vrouwen/genderstudies en feministische antropologie, maar ook algemeen inleidende vakken en in de methoden en technieken van het antropologisch onderzoek. Meer recent initieerde en verzorgde Anna de oriëntatiemodule ‘Lichaam en cultuur’ waarin de omgang van mensen met hun lichaam gerelateerd wordt aan inzichten uit genderstudies, medische antropologie en performance studies. Al vele jaren had Anna onderzoek gedaan naar dit thema, toegespitst op balletdanseressen. Het boek ‘De bovenbenen van Olga de Haas’ uit 2002 is een van de vruchten daarvan.

Het lichaam was dan ook niet toevallig het centrale onderwerp van symposium van 9 september. Drie deskundigen verzorgden een lezing om de diversiteit in de menselijke omgang met het lichaam in relatie tot gender constructies te belichten. Britt Fontaine liet dat zien aan de hand van voorbeelden van afbrokkelende herinneringen van Nederlandse vrouwelijke en mannelijke dementie patiënten, Kathy Davis illustreerde het met haar onderzoek naar tangodanseressen en -dansers in Buenos Aires en diverse andere wereldsteden en Noortje van Amsterdam deed dat aan de hand van de beeldvorming over en belevingen van vrouwen en mannen met overgewicht. Na de drie lezingen werd Anna door enkele personen toegesproken die haar kennen als medestudente, vriendin, docent en/of als collega. Hier noem ik alleen de toespraak van Marina de Regt, de huidige voorzitter van LOVA. Zij haalde herinneringen op uit de jaren tachtig toen zij als studente in de antropologie aan de UvA cursussen volgde bij Anna en haar zeer waardeerde vanwege haar activisme en publicaties als het boek ‘Vrouw in zicht’ en de artikelen van Anna in de themanummers over feministische antropologie in 1985 en 1986 van het tijdschrift ‘Antropologische Verkenningen’.

Uit Marina’s woorden bleek dat Anna haar inzet voor antropologie en het feminisme goed had weten over te dragen. Datzelfde geldt hoogstwaarschijnlijk ook voor vele andere antropologiestudenten die ze in de loop van de vele jaren heeft mogen begeleiden. Ik denk dat de leuze ‘Eens een feministisch antropoloog altijd een feministisch antropoloog, ex-feministische antropologen bestaan niet’ een mooie combinatie is van Anna’s uitspraak en mijn eerste aanvullende reactie daarop. Deze leuze geldt niet alleen voor Anna en Marina, maar vind ik ook passend voor mijzelf. Ik hoop dat ook veel lezers deze leuze willen en kunnen ondersteunen.

 

wwwxxxtube.comwwwxxxtube.comIna Keuper was tot oktober 2014 als docent werkzaam bij de afdeling SCA van de VU en gaf onder meer onderwijs op het gebied van gender en feministische antropologie. Zij is als freelancer nog bij de afdeling betrokken.

WordPress Cookie Notice by Real Cookie Banner