Speldenprikje LOVA erelid: CORA VREEDE-DE STUERS (1909-2002) Feministisch antropologe avant la lettre

By Joke Schrijvers
published in LOVA Tijdschrift 30 (2009), 2 (November), p. 8-10

Met haar intense belangstelling voor het leven van vrouwen was Cora Vreede-de Stuers een feministisch antropologe avant la lettre, een ´voormoeder´ voor geestverwanten uit latere generaties.

Cora studeerde kunstgeschiedenis, etnologie en klassiek Maleis in Parijs. Met haar man Frans Vreede, linguist en cultuurgeleerde, woonde zij in Cairo, Brits-India en Nederlands-Indië. Na de oorlog, waarin zij door de Japanners werden geïnterneerd, bleven ze in Indonesië werken. Cora werd als eerste vrouw conservator aan de bibliotheek van het Bataviaas Genootschap van Kunsten en Wetenschappen; later hoofdbibliothecaris van het museum en de Universitas Indonesia. Haar contacten met vooraanstaande vrouwen uit de Indonesische vrouwenbeweging leidden tot haar promotieonderzoek naar de Indonesische vrouwenstrijd (L´ Emancipation de la Femme Indonesienne Paris; La Haye: Mouton & Co 1959). In 1957 promoveerde ze summa cum laude in Parijs.

In 1959 haalde Wim Wertheim, die haar in Indonesie had leren kennen, naar de Universiteit van Amsterdam, waar ze tot haar pensioen bleef werken. In die periode deed zij o.a. onderzoek naar moslimvrouwen in Noord-India (Pardah: A Study of Muslim Women’s Life in Northern India Assen: Van Gorcum 1968) en naar meisjesstudenten in Jaipur (Girl Students in Jaipur: A Study in Attitudes towards Family Life, Marriage and Career Assen: Van Gorcum 1970). Ook werkte zij nog enkele maanden aan de universiteit van Koeweit. Na haar pensionering volgde in opdracht van het ministerie van CRM een onderzoek naar migrantenvrouwen en -kinderen. In totaal heeft Cora 13 boeken en 97 artikelen gepubliceerd – het laatste in 1996, zes jaar voor haar dood. Ze werd 93 jaar.

Het zou onzinnig zijn om het belang van Cora’s werk af te meten aan de hoeveelheid publicaties – zij zelf zou dat onmiddellijk van de hand hebben gewezen. Kwaliteit en een kwalitatieve benadering, daar ging het om. Cora was uiterst kritisch, hechtte grote waarde aan gedegen empirisch onderzoek en had een enorme empathie. Toen zij in de laatste jaren van haar leven in haar verzorgingsflat in Baarn thuiszorg kreeg had zij altijd aardige verhalen over de vele meisjes en vrouwen die haar kwamen helpen en haar hun problemen toevertrouwden. Nooit klaagde ze over de thuiszorg! Wel over de ‘nette’ mensen in haar flat, die ‘alleen praatten over geld en klaagden over het eten.’

Als ik Cora in een paar woorden typeer is dat met: eigenzinnig, onafhankelijk, kritisch, authentiek, bescheiden, keurig en tegelijk hoogst onconventioneel, nuchter maar met passie – en altijd loyaal met vrouwen. Vooral dit laatste is wetenschappelijk en politiek gezien natuurlijk cruciaal.

Vanaf de oprichting van LOVA, in 1979, was Cora daarin actief, hoewel ze toen formeel al met pensioen was. Zij bezocht de eerste jaren alle bijeenkomsten. Zo herinner ik me een Lova-dag in het vrouwenhuis in Leiden, waar Cora participeerde in een van de werkgroepen over onderzoeksmethodologie.

Cora was al 89 op 29 november 1998, toen zij erelid werd van LOVA (op het NSAV-congres Eigenheid en Samenwerking – 100 jaar antropologie in Nederland). Ik mocht haar bij die gelegenheid toespreken en de broche opspelden, en had er rekening mee gehouden dat Cora mij waarschijnlijk bij de eerste zin al zou gaan corrigeren. Dat gebeurde inderdaad, waarna ik mijn toespraak omzette in een dialoog, waarin Cora in al haar eigenheid en eigenzinnigheid naar voren kon komen. Ze heeft ervan genoten, en het publiek ook. Voor mij was het een van de leukste ´toespraken´ die ik ooit heb mogen houden.

Ik heb haar toen verteld dat zij erelid van LOVA werd niet vanwege haar hoge leeftijd, maar omdat ze als eerste antropologe in Nederland het leven van vrouwen in haar onderzoek centraal had gesteld. Dit met als doel hun zelf gekozen emancipatie te ondersteunen. Uitgangspunt in haar onderzoek en interpretaties was altijd dat wat de vrouwen zélf bezighield. Cora probeerde met grote empathie hun gedachtegoed en de vaak stille strijd te vertalen naar al diegenen die geen notie hadden van wat er in die vrouwenlevens en vrouwenwerelden omging. Cora heeft hun problemen dichterbij gebracht en invoelbaar gemaakt, met een combinatie van gedrevenheid en wetenschappelijke striktheid.

Zij was haar tijd dus vooruit; ze was een echte pionier. Ook met het inzicht dat de verhoudingen tussen mannen en vrouwen nauw samenhangen met andere machtsverhoudingen en veranderingsprocessen, met klassenverhoudingen en etniciteit, leeftijdsdifferentiatie, religie en nationalisme. We zijn Cora, ons eerste erelid, veel dank verschuldigd, met haar levendige, kritische, bijdetijdse geest. En met haar wezenlijke belangstelling voor vrouwen in de wereld als geheel en voor de antropologie, het vak waarvan ze tot het laatst toe zielsveel hield.

Zie ook Joke Schrijvers, ´”Ze vinden mij maar een gek mens”. LOVA-erelidmaatschap voor Cora Vreede-de Stuers, feministisch antropologe avant la lettre’ in FACTA, Sociaal-wetenschappelijk Magazine, jaargang 7, nr. 3, pp: 4-9.

WordPress Cookie Notice by Real Cookie Banner